, [], Whether those things that are of faith can be an object of science [Science is certain knowledge of a demonstrated conclusion through its demonstration]?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want wij zien [46]nu door een [47]spiegel [48]in een duistere rede, maar alsdan [zullen wij [50]zien] [51]aangezicht tot aangezicht; [52]nu [53]ken ik ten dele, maar [54]alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik [55]gekend ben. 46. Namelijk zolang wij in dit leven zijn. 47. Dat is, tussen onze tegenwoordige kennis, en die wij na dit leven zullen hebben, is zodanig een onderscheid, als daar is, wanneer iemand het beeld van het aangezicht eens anderen in een spiegel ziet, en wanneer hij het aangezicht zelf aanschouwt. 48. Gr. in een raadsel; dat is, zulk onderscheid is er ook, als wanneer iemand iets duister voorstelt in de wijze van een raadsel, en wanneer hij hetzelfde doet met klare, eigen en duidelijke woorden. 49. Namelijk in het toekomende leven. 50. Dat is, kennen, namelijk God en alle goddelijke zaken. 51. Dat is, klaar en volmaakt. Zie 1 Joh.3:2. 52. Namelijk in dit leven. 53. Dat is, ook ik zelf, hoewel ik een apostel ben en opgenomen geweest in den derden hemel, en daar gehoord heb onuitsprekelijke woorden; 2 Kor.12:4. 54. Namelijk in het toekomende leven. 55. Namelijk van God, die mij volkomen kent, mij liefheeft, voor den Zijne erkent, en door deze Zijne liefde dezelfde kennis mij zal geven.